Algemene leveringsvoorwaarden
Psychotherapie Praktijk S. Günther
handelend onder de naam Praktijk voor Psychotherapie Amsterdam e.o.
Parnassusweg 207
1077 DG Amsterdam
Telefoon: 020-6730282
Fax: 020-6723829
E-mail:
KvK nummer: 50730452
KvK Vestiging: 000020776721
Kwalificatiecode 2270 Zelfstandige behandelcentra (EMS)
GGZ-instelling AGB 22227545
Algemene Voorwaarden
Deze Algemene Voorwaarden van de Psychotherapie Praktijk S. Günther handelend onder de naam Praktijk voor Psychotherapie Amsterdam e.o. zijn in werking getreden per 1 januari 2017.
Inleiding
Als een cliënt zorg krijgt van een zorginstelling, dan maakt de cliënt met deze instelling afspraken over de zorg. Bij die afspraken horen in ieder geval de algemene leveringsvoorwaarden. Dat zijn eigenlijk de kleine lettertjes bij de afspraken die de cliënt heeft gemaakt over de behandeling. In de algemene leveringsvoorwaarden staat niet welke zorg de cliënt nodig heeft, maar wel waar de zorginstelling en ook de cliënt zich aan moeten houden. De Psychotherapie Praktijk S. Günther biedt alleen ambulante behandeling en voor zover dat mogelijk is gelden hierbij de algemene leveringsvoorwaarden ggz. Naast deze Algemene Voorwaarden geldt natuurlijk wat wettelijk is geregeld.
Preambule
Aan de rechtsverhouding tussen een cliënt en de Psychotherapie Praktijk S. Günther ligt een overeenkomst ten grondslag gericht op behandeling. Deze Algemene Voorwaarden vormen de basis voor het tot stand komen van een dergelijke overeenkomst en geven aan wat de cliënt en de Praktijk voor Psychotherapie Amsterdam e.o. bij de uitvoering daarvan mogen verwachten. Het spreekt vanzelf dat het unieke en persoonlijke contact van de cliënt met de zorgverleners daarnaast een belangrijke factor is.
INHOUDSOPGAVE
ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
Inleiding
Preambule
INHOUDSOPGAVE
ALGEMEEN
ARTIKEL 1 – DEFINITIES
ARTIKEL 2 – TOEPASSELIJKHEID
ARTIKEL 3 – FAMILIE EN NAASTBETROKKENE(N)
INFORMATIE
ARTIKEL 4 – DUIDELIJKE INFORMATIE
ARTIKEL 5 – ALGEMENE INFORMATIE
ARTIKEL 6 – ZORG SPECIFIEKE INFORMATIE
TOT STAND KOMEN VAN OVEREENKOMST, HET ZORGPLAN EN TOESPTEMMING BEHANDELING
ARTIKEL 7 – TOT STAND KOMEN VAN DE OVEREENKOMST
ARTIKEL 8 – HET OPSTELLEN VAN HET ZORGPLAN
ARTIKEL 9 – AANVANG ZORG
ARTIKEL 10 – SECOND OPINION
ZORGDOSSIER EN PRIVACY
ARTIKEL 11 – ZORGDOSSIER
ARTIKEL 12 – PRIVACY TIJDENS DE ZORGVERLENING
VERANTWOORDE ZORG EN VEILIGHEID
ARTIKEL 13 – KWALITEIT VAN ZORG
ARTIKEL 14 – VEILIGHEID
ARTIKEL 15 – INCIDENTEN EN CALAMITEITEN
ZORG OP AFSPRAAK
ARTIKEL 16 – ZORG OP AFSPRAAK
VERPLICHTINGEN VAN DE CLIËNT
ARTIKEL 17 – GOED CLIËNTSCHAP
ARTIKEL 18 – FINANCIERING EN BETALING
AANWEZIGHEID OP DE GZZ-INSTELLING
ARTIKEL 19 – ZORG VOOR EIGENDOMMEN CLIËNTEN
KLACHTEN EN GESCHILLEN
ARTIKEL 20 – KLACHTENREGELING
ARTIKEL 21 – KLACHTENFUNCTIONARIS EN GESCHILLENCOMMISSIE
OVERIGE
ARTIKEL 22 – WIJZIGING VOORWAARDEN
ALGEMEEN
ARTIKEL 1 – DEFINITIES
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
GGZ-instelling: Psychotherapie Praktijk S. Günther handelend onder de naam Praktijk voor Psychotherapie Amsterdam e.o. die als niet gecontracteerde zorgaanbieder zorg verleent binnen het domein van de geestelijke gezondheidszorg.
Cliënt: een natuurlijke persoon die zich tot de Praktijk voor Psychotherapie Amsterdam e.o. wendt of heeft gewend teneinde zorg te ontvangen dan wel deze reeds ontvangt. Hierna wordt gesproken van cliënt.
Overeenkomst: behandelingsovereenkomst.
Zorgverlener: de voor de Praktijk voor Psychotherapie Amsterdam e.o. werkzame beroepsbeoefenaar die met de cliënt in het kader van de behandeling persoonlijk contact heeft.
Zorg of zorgverlening: behandeling binnen de GGZ.
Incident: ieder niet beoogd of onvoorzien voorval in het zorgproces met direct of op termijn merkbare gevolgen voor de cliënt.
Calamiteit: een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid.
Zorgplan: een in samenspraak met de cliënt opgesteld plan, waarin aan de orde komen de algemene gegevens en beeld van de cliënt, zijn wensen, doelen, actieplan, evaluatie en rapportage.
ARTIKEL 2 – TOEPASSELIJKHEID
1. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op de tussen de cliënt en de GGZ-instelling gesloten overeenkomst, die daarnaast wordt ingevuld met individuele afspraken.
2. De Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op ambulante zorg en worden zoveel als mogelijk toegepast ongeacht de wijze waarop de zorg wordt gefinancierd.
3. Partijen kunnen niet afwijken van deze Algemene Voorwaarden tenzij dat in een individueel geval expliciet is overeengekomen en de afwijking niet in het nadeel is van de cliënt. Dergelijke afwijkingen dienen schriftelijk te zijn vastgelegd.
ARTIKEL 3 – FAMILIE EN NAASTBETROKKENE(N)
1. In het kader van goede zorg aan de cliënt wordt, indien van toepassing, bij afspraken met cliënt ingegaan op de wijze waarop aan de betrokkenheid, informatievoorziening aan en ondersteuning van familie en/of naastbetrokkenen invulling wordt gegeven.
2. De zorgverlener legt de afspraken ingevolge het vorige lid van dit artikel vast in het zorgdossier.
INFORMATIE
ARTIKEL 4 – DUIDELIJKE INFORMATIE
1. De cliënt heeft recht op die informatie die noodzakelijk is om weloverwogen de keuze over de zorgverlening te kunnen maken. In de artikelen 5 en 6 wordt dit verder uitgewerkt. De zorgverlener gaat bij de cliënt na of deze de informatie heeft begrepen en of er nog vragen zijn.
2. Indien gewenst kan de cliënt zich laten bijstaan door iemand naar zijn of haar keuze.
ARTIKEL 5 – ALGEMENE INFORMATIE
1. De in artikel 4 bedoelde informatie omvat in deze fase ten minste het volgende:
a. beknopte uiteenzetting over de GGZ-instelling en de gang van zaken van het zorgproces inclusief de beëindiging van de overeenkomst;
b. het recht op vrije keuze van de zorgverlener binnen de mogelijkheden van de GGZ-instelling;
c. een heldere omschrijving van relevante behandelingsmogelijkheden.
2. De zorgverlener stelt in deze fase de cliënt informatie ter beschikking, waarin in ieder geval de Algemene Voorwaarden zijn opgenomen, en die voorts ten minste het volgende omvat:
a. informatie over de intake en verdere zorgverlening;
b. informatie over kosten en mogelijkheden voor vergoeding, eigen bijdrage en betaling voor kosten voor aanvullende diensten;
c. de huisregels;
d. feitelijke informatie over de GGZ-instelling, waaronder ten minste informatie over de bereikbaarheid in geval van nood en de website;
e. informatie over de klachten- en geschillenregeling.
3. De in het vorige lid bedoelde informatie is zoveel als mogelijk beschikbaar op de website van de GGZ-instelling en in de jaarlijks uitgegeven cliëntenbrochure van de GGZ-instelling.
ARTIKEL 6 – ZORG SPECIFIEKE INFORMATIE
1. Voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst bepalen de zorgverlener en cliënt in onderling overleg welke zorg het beste bij de cliënt past en wisselen zij informatie uit, die relevant is voor de zorg. In ieder geval wordt op een voor cliënt begrijpelijke wijze op de hoogte gesteld van:
a. de diagnose en wat het betekent om die diagnose te hebben;
b. de zorgopties en het doel, de aard, de kans op succes en de mogelijke risico’s en de neveneffecten (zoals pijn, hinder of sociale gevolgen) mede aan de hand van eventueel eerdere ervaringen van de cliënt;
c. de naam van de verantwoordelijke zorgverlener en die van de andere betrokken zorgverlener(s);
d. de ervaring van de betrokken zorgverleners;
e. overige aspecten, zoals de wachttijd.
2. Indien de cliënt uitdrukkelijk heeft aangegeven informatie niet te willen ontvangen, kan het verstrekken van informatie achterwege blijven.
3. Naast het bepaalde in het vorige lid kan informatie over de behandeling alleen achterwege blijven in het uitzonderlijke geval dat het verstrekken daarvan kennelijk ernstige nadeel voor de cliënt oplevert.
TOT STAND KOMEN VAN DE OVEREENKOMST, HET ZORGPLAN EN TOESTEMMING BEHANDELING
ARTIKEL 7 – TOT STAND KOMEN VAN DE OVEREENKOMST
De overeenkomst tussen de cliënt en de GGZ-instelling komt uitsluitend tot stand indien:
a. de cliënt kenbaar heeft gemaakt de overeenkomst te willen aangaan en
b. de GGZ-instelling redelijkerwijs van oordeel is dat de hulpvraag van de cliënt op grond van de bij de GGZ-instelling aanwezige mogelijkheden kan worden beantwoord.
ARTIKEL 8 – HET OPSTELLEN VAN HET ZORGPLAN
1. De zorgverlener doet in overeenstemming met de professionele standaard tijdens het in artikel 6 bedoelde gesprek of zo spoedig mogelijk na de aanvang van de zorg een voorstel voor een zorgplan aan de cliënt waarin in ieder geval de volgende elementen aan bod komen:
a. de doelen met betrekking tot de zorg voor een bepaalde periode gesteld, gebaseerd op de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt;
b. de wijze waarop de zorgverlener en de cliënt de gestelde doelen trachten te bereiken;
c. wie voor de verschillende onderdelen van de zorg verantwoordelijk is en op welke wijze afstemming plaatsvindt tussen meerdere zorgverleners, en wie de cliënt op die afstemming kan aanspreken;
d. de frequentie en onder welke omstandigheden de zorgverlener de zorgverlening in samenspraak met de cliënt gaat evalueren en actualiseren, waarbij als norm geldt aan het einde van de zorg en in het geval dat de zorg langer dan zes maanden duurt steeds na elke zes maanden, tenzij omstandigheden een andere evaluatietermijn rechtvaardigen of noodzakelijk maken;
e. de eventuele nazorg.
2. De zorgverlener biedt de cliënt ondersteuning aan bij het overleg over het zorgplan.
3. De GGZ-instelling legt tijdens het in het eerste lid bedoelde gesprek dan wel – als dit gelet op de te bieden zorg niet anders mogelijk is – binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening, het resultaat van de bespreking met de cliënt op de onderscheiden onderwerpen vast in een zorgplan, waarin tevens wordt opgenomen de tijdstippen waarop zorgverlener en cliënt het zorgplan evalueren en zo nodig actualiseren.
4. Het zorgplan blijft gedurende de behandeling ter beschikking van de cliënt; cliënt heeft altijd recht op inzage.
5. Indien afwijking van het zorgplan noodzakelijk is vindt overleg plaats tussen zorgverlener en cliënt, tenzij onmiddellijke afwijking van het zorgplan kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen; in dat geval vindt overleg tussen zorgverlener en cliënt zo spoedig als mogelijk na de afwijking plaats.
6. Het zorgplan maakt integraal onderdeel uit van het dossier.
ARTIKEL 9 – AANVANG ZORG
1. De GGZ-instelling begint de zorg pas nadat de instemming van de cliënt is verkregen op basis van het op grond van artikel 8 opgestelde zorgplan.
2. In de praktijk zal het zo zijn, dat de zorgverlener met de cliënt overlegt wat er gaat gebeuren en vervolgens de zorg begint, tenzij de cliënt het daar niet mee eens is.
ARTIKEL 10 – SECOND OPINION
De GGZ-instelling zal alle redelijke medewerking verlenen aan een door de cliënt gewenste second opinion en bespreekt op verzoek van de cliënt de resultaten van de second opinion ook als de cliënt deze heeft gevraagd zonder medewerking van de GGZ-instelling.
ZORGDOSSIER EN PRIVACY
ARTIKEL 11 – ZORGDOSSIER
Het zorgdossier bevat naast de in de wet en regelgeving geregelde onderwerpen, het volgende:
a. in overleg met de cliënt welke familie of naastbetrokkene bij de zorgverlening worden betrokken of over de zorgverlening worden geïnformeerd en de wijze waarop dat gebeurt en desgewenst welke personen juist niet;
b. de wensen en voorkeuren van de cliënt;
c. de voortgang (incl. rapportages, uitslagen, ROM uitslagen, gaf scores etc.) van de behandeling;
d. incidenten en calamiteiten voor zover deze gevolgen hebben voor de behandeling of de gezondheidstoestand van de cliënt.
Privacy omtrent gegevensverwerking
ARTIKEL 12 – PRIVACY TIJDENS DE ZORGVERLENING
De GGZ-instelling hanteert een privacyreglement met betrekking tot de verwerking van gegevens van cliënten.
VERANTWOORDE ZORG EN VEILIGHEID
ARTIKEL 13 – KWALITEIT VAN ZORG
1. De GGZ-instelling levert verantwoorde zorg op basis van goed zorgverlenerschap.
2. Onder verantwoorde zorg wordt verstaan zorg van goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de cliënt en tegelijkertijd borg staat voor de veiligheid van cliënten en zorgverleners.
3. Als norm voor goed zorgverlenerschap gelden vooral de gedragsregels van de betrokken beroepsgroepen, normen ontleend aan de laatste stand van de wetenschap en praktijk alsmede algemeen aanvaarde uitgangspunten. Afwijking van protocollen en richtlijnen moet de GGZ-instelling motiveren, aan de cliënt uitleggen en vastleggen in het zorgdossier.
4. Bij iedere nieuwe zorgverlener in loondienst controleert de GGZ-instelling of hij of zij geschikt is om de zorg te verlenen. Er wordt onderzoek gedaan naar het arbeidsverleden van de sollicitant middels het opvragen een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).
5. De GGZ-instelling heeft een schriftelijke overeenkomst met iedere zorgverlener die voor hen werkt. In deze overeenkomst staat waaraan de zorgverlener moet voldoen. Doel van de overeenkomst is dat de GGZ-instelling kan instaan voor de kwaliteit van de zorg en een goede afhandeling van klachten.
6. De GGZ-instelling heeft een systeem ter waarborging van veilige zorg waaronder een veiligheidsmanagementsysteem.
7. De GGZ-instelling streeft ernaar de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren. Het oordeel van de cliënt is daarbij van groot belang. De GGZ-instelling kent de procedure de cliënt aan het einde van de behandeling te vragen een oordeel te vellen over een aantal belangrijke aspecten middels het invullen van een klanttevredenheidsformulier. De gegevens van het klanttevredenheidsonderzoek worden vertrouwelijk behandeld. De leidinggevende vertaalt de gegevens vervolgens naar aandachts- en actiepunten en doelstellingen binnen de GGZ-instelling.
ARTIKEL 14 – VEILIGHEID
1. De GGZ-instelling draagt zorg voor de veiligheid van de infrastructuur en faciliteiten inclusief brandpreventie en hygiëne.
2. Alle faciliteiten en infrastructuur in en om de instelling voldoen aan de in de geestelijke gezondheidszorg geldende eisen.
3. De GGZ-instelling zorgt ervoor dat de gebouwen goed toegankelijk zijn en geschikt zijn voor mensen met een beperking.
4. De GGZ-instelling heeft een calamiteitenplan en geeft personeel en cliënten duidelijke instructies wat zij moeten doen bij brand en andere calamiteiten.
ARTIKEL 15 – INCIDENTEN EN CALAMITEITEN
1. De GGZ-instelling houdt registratie van incidenten en calamiteiten bij in het zorgdossier, met vermelding van
a. de aard en de oorzaak van het incident of de calamiteit;
b. wie het incident of de calamiteit heeft veroorzaakt;
c. of en welke maatregelen zijn genomen om soortgelijke incidenten en calamiteiten in de toekomst te voorkomen.
2. De cliënt wordt door de GGZ-instelling altijd binnen 24 uur over het incident of de calamiteit ingelicht.
3. De GGZ-instelling is er veel aan gelegen om een herhaling van incidenten en calamiteiten die zich hebben voorgedaan, te voorkomen. Met dat doel wordt de vastgelegde procedure gevolgd voor het veilig melden, registreren en onderzoeken van incidenten en besluiten over eventuele maatregelen.
4. Ingeval van een calamiteit meldt de GGZ-instelling dit onverwijld binnen drie dagen digitaal aan de inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
ZORG OP AFSPRAAK
ARTIKEL 16 – ZORG OP AFSPRAAK
1. Als de behandeling plaatsvindt op een vooraf afgesproken moment, zorgt de GGZ-instelling ervoor dat voor de cliënt duidelijk is wanneer en op welk tijdstip de betreffende behandeling zal plaatsvinden.
2. De datum en het tijdstip van een telefonisch of elektronisch gemaakte afspraak wordt binnen een redelijke termijn schriftelijk of elektronisch bevestigd door de GGZ-instelling.
3. De GGZ-instelling houdt bij het plannen van afspraken zoveel mogelijk rekening met wensen, voorkeuren en beperkingen van de cliënt.
4. Indien de cliënt een gemaakte afspraak niet kan nakomen, moet deze uiterlijk 48 uur (exclusief weekend) van tevoren worden geannuleerd, tenzij zwaarwichtige redenen zich daartegen verzetten.
5. De GGZ-instelling rekent een wegblijftarief indien cliënt niet op diens behandelsessie verschijnt zonder zich op tijd of om zwaarwichtige redenen te hebben afgemeld.
VERPLICHTINGEN VAN DE CLIËNT
ARTIKEL 17 – GOED CLIËNTSCHAP
1. Elke cliënt legitimeert zich voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst op verzoek van de GGZ-instelling met een wettelijk erkend, geldig legitimatiebewijs en overlegt de gegevens van zijn zorgverzekeraar. Kan de cliënt desgevraagd een dergelijk legitimatiebewijs en/of verzekeringsgegevens niet tonen, dan is de GGZ-instelling gerechtigd de uitvoering van de behandelingsovereenkomst op te schorten totdat de cliënt zich heeft gelegitimeerd.
2. De cliënt maakt een eventuele voorkeur voor een bepaalde zorgverlener tijdig vóór het maken van een afspraak of aanvang van de behandeling aan de regiebehandelaar bekend.
3. De cliënt geeft de GGZ-instelling, mede naar aanleiding van diens vragen, naar beste weten de inlichtingen en de medewerking die deze redelijkerwijs voor het uitvoeren van de behandelingsovereenkomst behoeft.
4. De cliënt die bij de GGZ-instelling op een wachtlijst staat en gedurende de wachttijd de behandeling laat uitvoeren door een andere GGZ-instelling, meldt dit aan de eerstgenoemde GGZ-instelling zodra hij met de andere GGZ-instelling is overeengekomen dat de behandeling daar zal plaatsvinden.
5. De cliënt houdt zich aan de huisregels en onthoudt zich naar beste kunne van gedrag dat risico oplevert voor de veiligheid van mensen in de GGZ-instelling.
6. De cliënt werkt mee aan instructies en maatregelen van de GGZ-instelling gericht op de (brand)veiligheid.
7. Indien de zorg plaatsvindt in het huis van de cliënt, biedt de cliënt alle noodzakelijke medewerking om de GGZ-instelling in staat te stellen de zorg te leveren conform regelgeving betreffende de arbeidsomstandigheden.
8. Ingeval van onvrede of anderszins over door de GGZ-instelling geleverde zorg of betrokken zorgverlener(s) benut cliënt alle geboden ruimte om er eerst samen met de GGZ-instelling uit te komen.
ARTIKEL 18 – FINANCIERING EN BETALING
1. De cliënt is de GGZ-instelling de prijs gebaseerd op de maximumtarieven verbonden aan prestaties als genoemd in de tariefbeschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verschuldigd voor de overeengekomen zorg en diensten.
2. De GGZ-instelling licht cliënt vooraf in
a. waar de standaardprijslijst c.q. de actuele tariefbeschikkingen van de NZa terug te vinden zijn;
b. over een kostenprognose gebaseerd op cliënt van toepassing zijnde tariefbeschikking als genoemd in dit lid onder a;
c. over het belang om eerst vast te stellen in hoeverre de kosten verbonden aan de behandeling door diens zorgverzekeraar zal worden vergoed;
d. dat de GGZ-instelling gebruikmaakt van facturatiebedrijf Infomedics om declaraties te factureren en te innen bij cliënt.
3. Op cliënt rust de persoonlijke verantwoordelijkheid vast te stellen in hoeverre diens zorgverzekeraar de kosten van behandeling bij de GGZ-instelling vergoedt. De cliënt kan deze verantwoordelijkheid nimmer overdragen aan de GGZ-instelling noch de GGZ-instelling verantwoordelijk stellen voor een niet volledige vergoeding van diens zorgkosten.
4. Indien de financiering van de zorg niet zeker is, bijvoorbeeld door het ontbreken van een zorgverzekering of directe betalingsmogelijkheid óf als gevolg van een negatieve beoordeling van de kredietwaardigheid van cliënt wordt er geen zorg geleverd behalve de medisch noodzakelijke. Bij gerede twijfel over het al dan niet verkrijgen van de financiering treden GGZ-instelling en cliënt met elkaar in overleg.
5. Voor de door de GGZ-instelling in rekening te brengen kosten van zorg en diensten als bedoeld in artikel 5 lid 2 onder b stuurt Infomedics namens de GGZ-instelling een duidelijke en gespecificeerde factuur aan de cliënt, met daarin opgenomen een betalingstermijn van 30 dagen.
6. Infomedics stuurt namens de GGZ-instelling na het verstrijken van de betalingstermijn een betalingsherinnering en geeft de cliënt de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van de herinnering alsnog te betalen.
7. Als na het verstrijken van de tweede betalingstermijn nog steeds niet is betaald, is Infomedics namens de GGZ-instelling gerechtigd rente en buitengerechtelijke incassokosten in rekening te brengen vanaf het verstrijken van de eerste betalingstermijn. De rente is gelijk aan de wettelijke rente.
AANWEZIGHEID OP DE GGZ-INSTELLING
ARTIKEL 19 – ZORG VOOR EIGENDOMMEN CLIËNTEN
1. Het betreden van de GGZ-instelling is geheel voor eigen risico van cliënt.
2. De cliënt dient zelf de nodige zorg in acht te nemen om schade aan of vermissing van zijn eigendommen te voorkomen.
3. De GGZ-instelling kan nimmer aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen of eigendommen, inbegrepen diefstal.
4. Schade aan de eigendommen van de GGZ-instelling zal op de veroorzaker verhaald worden.
KLACHTEN EN GESCHILLEN
ARTIKEL 20 – KLACHTENREGELING
1. De GGZ-instelling beschikt over een op de wet gebaseerde en voldoende bekend gemaakte regeling voor de opvang en afhandeling van klachten en behandelt de klacht overeenkomstig deze klachtenprocedure.
2. Deze regeling is niet van toepassing op klachten voor zover deze betrekking hebben op het vergoeden van geleden schade.
3. Ingeval van ongenoegen of klacht over door de GGZ-instelling geleverde zorg of betrokken zorgverlener(s) benut cliënt alle geboden ruimte om er eerst samen met de persoonlijke therapeut of de regiebehandelaar uit te komen.
4. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten zo snel als mogelijk, volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij de GGZ-instelling, nadat de cliënt de gebreken heeft geconstateerd.
5. Bij de GGZ-instelling volledig ingediende klachten worden zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen zes weken gerekend vanaf de datum van ontvangst afgehandeld. De klager wordt zoveel mogelijk op de hoogte gehouden van de voortgang van de klachtbehandeling.
ARTIKEL 21 – KLACHTENFUNCTIONARIS EN GESCHILLENCOMMISSIE
1. Als cliënt er met de GGZ-instelling niet uitkomt, dan kan cliënt zich wenden tot een klachtenfunctionaris, in overeenstemming met de Klachtenregeling conform de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg), zoals dat op onze webpagina Kwaliteit van zorg wordt toegelicht. De klachtenfunctionaris zal cliënt bijstaan bij het (eventueel) indienen van een klacht.
2. Als de klacht van cliënt zo ernstig is dat bemiddeling geen oplossing biedt, dan zal de klachtenfunctionaris cliënt wijzen op de mogelijkheid de Geschillencommissie GGZ van de LVVP aan te schrijven of de klacht neer te leggen bij De Geschillencommissie Zorg Algemeen.
OVERIGE
ARTIKEL 22 – WIJZIGING VOORWAARDEN
De GGZ-instelling behoudt zich het recht voor de Algemene Voorwaarden te wijzigen. De meest recente versie wordt gepubliceerd op de website: https://psychotherapieamsterdam.nl/over-ons/algemene-voorwaarden/.
_______________________________
Algemene leveringsvoorwaarden Psychotherapie Praktijk S. Günther
01/2022